Wat te doen bij obesitas

Zwaar overgewicht is een aandoening van het lichaam waarbij te veel lichaamsvet wordt opgehoopt. Wanneer je zwaar bent heeft dat een negatieve invloed op je gezondheid. Bij overgewicht wordt het het risico op verschillende ziekten groter. Dat alles kan leiden tot een kortere levensverwachting of meer problemen met de gezondheid.

Obesitas is schadelijk

Zwaar overgewicht leidt tot ziekten en aandoeningen. Met Obesitas heb je veel eerder kans op hart- en vaatziekten, kanker, beroerte, ademhalingsproblemen, obstructieve slaapapneu en suikerziekten. Deze ziekten staan allen in de top 10 van de meest voorkomende doodsoorzaken. Iemand met een gezond gewicht zal over het algemeen langer leven dan wanneer je te zwaar bent. Zwaar overgewicht veroorzaakt vaak psychologische problemen zoals een depressie.

Meten zwaar overgewicht

De BMI (Body Mass Index) kunt u berekenen met een BMI calculator. Hierbij wordt de leeftijd, lengte en gewicht ingevoerd. Hebt u een BMI van meer dan 25 dan heb je overgewicht. Bij dit getal wordt je aangeraden te zorgen dat je gewicht gaat verliezen. Wanneer de BMI waarde het getal minder dan 18,5 aangeeft dan heb je ondergewicht. Het goede gewicht geeft het getal tussen de 18,6 en 24,9 aan. Overgewicht heb je tussen de 25,0 en 29,9. Zwaarlijvig ben je bij een BMI van meer dan 30.

Oorzaken obesitas

Vaak wordt een groot overgewicht veroorzaakt door verschillende factoren. Hierbij kan je denken aan een overmatige inname van voedselenergie, geen lichaamsbeweging en daarbij ook de genetische aanleg. Ook kunnen een lage stofwisseling, medicijnen of een psychische ziekte de invloed tot zwaarlijvigheid versterken.

Oplossingen

Om obesitas aan te pakken zal een goed dieet en lichaamsbeweging de belangrijkste voorwaarden zijn om gewicht te verliezen. Daarbij is het belangrijk dat er ook gezonder wordt gegeten. Door het eten van minder energierijk voedsel ( waar veel suikers en vetten in zitten) en veel voedingsvezels te eten kan dit je al op de goede weg helpen om kilo’s kwijt te raken. Ook kunnen medicijnen geslikt worden die het hongerig gevoel verminderen.

Bewegen

Om meer te gaan bewegen is het niet noodzakelijk dat je een intensieve sport gaat beoefenen. Gewoon dagelijks een flink stuk lopen is goed. Bouw dit patroon langzaam op. Begin met 10 minuten per dag drie dagen per week. Probeer ook je eetpatroon aan te passen. Door minder calorieën te eten en daarbij meer calorieën te verbranden zal je gewicht verliezen.

Maagballon

Wanneer dit geen verbetering brengt is het mogelijk om een maagballon te laten plaatsen. Dit zal men natuurlijk pas in het uiterste geval doen. Door het plaatsen van een maagballon wordt de inhoud van de maag verkleind. Met een maagballon kan je maar kleine hoeveelheden voedsel opnemen. Je zit eerder vol. Het lijkt een lichte ingreep maar bij personen die het hebben gedaan blijkt het achteraf toch zwaar te zijn. Je leef eetpatroon moet helemaal worden veranderd.

Ziekte van Dupuytren

Bent u gediagnosticeerd met de ziekte van Dupuytren? Wat is precies de ziekte van Dupuytren en welke behandelmogelijkheden zijn er?

De ziekte van Dupuytren is en aandoening waarbij er een verkromming van de vingers optreedt. Een andere benaming voor deze aandoening is contractuur van Dupuytren of koetsiershand.

Lees meer

Ziekte van Meniere

De ziekte van Meniere is een aandoening aan het binnenoor die draaierigheid, gehoorverlies en oorsuizen veroorzaakt.

Bij de meeste patiënten komt dit voor bij één oor maar het kan in sommige gevallen ook in beide oren optreden.  Door de klachten die horen bij Meniere kunnen een enorme impact hebben op het dagelijks leven.

Wat is nu precies de ziekte van Meniere, wat zijn de symptomen, oorzaken en behandelmogelijkheden?

Lees meer

Ziekte van Bell

ziekte van Bell

De ziekte van Bell is een plotselinge verlamming van de spieren in het gezicht.

Andere namen voor deze ziekte zijn aangezichtsverlamming, facialis parese of Bellse parese. Kenmerkend zijn de scheefstand van de mond en één van ogen.

Wat is de ziekte van Bell?

De verlamming is meestal aan één kant. Hierdoor gaat het gezicht scheef staan. De verlamming ontstaat door een ontsteking van de aangezichtszenuw (nervus facialis).

De zenuw is de belangrijkste motorische aangezichtszenuw (zevende zenuw) en loopt vanuit de hersenen door een nauw benig kanaal naar de aangezichtsspieren van een gezichtshelft.

Door de ontsteking zwelt de zenuw op, zodat hij wordt afgekneld in het botkanaaltje. De beschadigde zenuw kan de aangezichtsspieren niet meer (goed) laten bewegen. Er ontstaat dan een verlamming van een gezichtshelft.

De Engelse chirurg Sir Charles Bell (1774-1842) is de ontdekker van deze aandoening waardoor de ziekte zijn naam ontleend. Hij beschreef rond 1820 voor het eerst deze ziekte. Net zoals nu was er destijds ook geen goede remedie voor deze aandoening.

In Nederland komt de ziekte van Bell per jaar bij circa 1 op 5000 volwassenen voor. De aandoening komt evenveel voor bij vrouwen als bij mannen en evenveel links- als rechtszijdig.

Opvallend is dat mannen de ziekte van Bell opvallend vaak tussen hun 30e en 40e jaar krijgen.

Bij kinderen komt de verlamming minder vaak voor.

Oorzaken ziekte van Bell

De verlamming van de nervus facialis ontstaat vaak na een periode van afkoeling of tocht (bijv. een open autoraampje).

ziekte van BellHet kan ook ontstaan na hevige emoties en spanningen, zeer waarschijnlijk door een reactivatie van het herpes simplex virus I.

De ziekte van Bell (50% van de gevallen) wordt vermoedelijk veroorzaakt door het herpes simplex virus type 1. Dit virus is ook de veroorzaker van de ‘koortslip’. Het is waarschijnlijk al aanwezig in het zenuwweefsel.

Door grote temperatuurverschillen (volgens sommigen), tocht en heftige emoties (onder andere) wordt het virus actief. Hierdoor ontstaat een ontsteking van de aangezichtszenuw.

Deze zwelt op en wordt afgeklemd in het botkanaaltje. Een beschadiging of het afsterven van de zenuw is het gevolg.

Veelmensen zijn drager van het virus. In de meeste gevallen heeft dat geen nare gevolgen.

Naast temperatuurverschillen kan een verminderde weerstand een uitbraak van het virus mogelijk maken.

De wetenschappers komen steeds meer tot de conclusie dat stress een oorzaak kan zijn van een verzwakking van het afweersysteem.

Symptomen

De symptomen van de ziekte van Bell kunnen we in 2 fases onderscheiden. De eerste fase kenmerkt zich vaak door een plotselinge verandering van smaak. Koffie of thee smaakt ineens heel anders.

Daarnaast klinken harde geluiden in het oor aan de kant waar de verlamming op zal treden erg hol.

Er ontstaat een zeurende pijn achter het oor, dit komt waarschijnlijk als gevolg van een lichte druk op de zenuw.

Wanneer je het oog wil sluiten, zal de oogbol naar boven draaien.

Dit wordt ook wel het fenomeen van Bell genoemd.

In normale omstandigheden gebeurt dit ook alleen is dit niet zichtbaar omdat de oogleden sluiten.

De 2e fase kenmerkt zich door de uitval de spieren aan één zijde van het gezicht. Het oog kan niet meer worden gesloten, de mondhoek gaat scheef hangen, het gezicht staat scheef, er kan speeksel uit de mond lopen en de patiënt kan minder goed de lippen gebruiken bij het spreken.

Door de verlamming van de sluitspier van het oog kan het oog ontstoken raken.

Behandeling

Bij ongeveer 70 procent van de gevallen geneest de verlamming vanzelf, zonder therapie. De overige 30 procent houdt een beschadiging over aan de zenuw en heeft in meer of mindere mate last van restverschijnselen.

Bij een toename van de leeftijd neemt de kans op 100% herstel van de symptomen af. In het slechtste geval is pas na drie – tot drieënhalve maand het begin van het herstel te zien. Na twaalf maanden kan er worden beoordeeld of het herstel definitief is.

Medicatie

Bij ernstige of snel verergerende verlammingen wordt er gestart met een behandeling met prednison en een antiviraal middel. Beschadiging van de zenuw treedt dan minder vaak op.

Dit kan tijdelijke bijwerkingen geven, zoals: een licht honger- en dorstgevoel en minder goed slapen. Opvallend is verder dat de oorpijn verdwijnt. De behandeling moet binnen een week na het ontstaan van de klachten beginnen.

Hoe hoger de leeftijd, hoe kleiner de kans op volledig herstel. Het nut van deze behandeling moet worden afgewogen tegen eventuele problemen die kunnen ontstaan bij een reeds bestaande suikerziekte of een verhoogde bloeddruk. Het is van belang dat u twee weken rustig aan doet. Vermijdt tocht, afkoeling en lichamelijke of geestelijke inspanning.

Daarnaast worden er oogdruppels geadviseerd om ontsteking van het oog te voorkomen.

De informatie op deze website is geen vervanging voor professionele hulp. De gebruiker dient bij ernstige of aanhoudende klachten, of bij twijfel, altijd contact op te nemen met de huisarts of een andere hulpverlener.

Hoge bloeddruk

Hypertensie of een hoge bloeddruk is aandoening waarbij er sprake is van een te hoge bloeddruk. Een te hoge bloeddruk geeft een verhoogd risico op hart- en vaatproblemen.

De bloeddruk is de kracht waarmee het bloed tegen de wanden van de bloedvaten wordt gepompt. Als deze bloeddruk lange tijd verhoogd is, kunnen er afwijkingen aan zowel grote als kleine bloedvaten ontstaan met ernstige gevolgen.

Er worden twee vormen van hypertensie onderscheiden;

  • Primaire hypertensie; ook wel essentiële hypertensie genoemd, is de meest voorkomende vorm van hoge bloeddruk. 90-95% van de patiënten met hypertensie heeft primaire hypertensie. De oorzaak van deze vorm van hoge bloeddruk is niet bekend. De huisarts stelt deze diagnose als er geen duidelijke oorzaak voor de hoge bloeddruk kan worden aangetoond. Deze vorm van hoge bloeddruk komt in bepaalde families meer voor dan in andere.
  • Secundaire hypertensie; Als er wél een oorzaak is voor een hoge bloeddruk spreken we van secundaire hypertensie. De hoge bloeddruk is dan een gevolg van een onderliggende aandoening. Om deze oorzaak te vinden is meestal specifiek onderzoek nodig.

Oorzaken hoge bloeddruk

Bij primaire hypertensie is de oorzaak niet bekend. Echter bij patiënten met secundaire hypertensie kan de volgende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Overmatige consumptie van drop of zoethoutthee;
  • Nierziektes of ziektes van de urinewegen;
  • Afwijkingen van de bloedvaten van de nieren;
  • Feochromocytoom: een bijnierziekte waarbij er teveel (nor)adrenaline wordt geproduceerd;
  • Hyperaldosteronisme: een bijnierziekte waarbij er teveel aldosteron wordt geproduceerd;
  • Slaapapnoesyndroom.

Symptomen hoge bloeddruk

Het gevaar bij een te hoge bloeddruk is dat de symptomen en verschijnselen vaak niet merkbaar zijn. Hierdoor is er een grote kans dat men te lang doorloopt met een hoge bloeddruk waardoor

Wat is onder- en bovendruk?

Met de bloeddruk wordt de druk bedoeld die op de wanden van bloedvaten komt, elke keer als het hart samentrekt. Het hart pompt ongeveer 60 tot 80 keer per minuut. Het bloed wordt hierbij door slagaders en aders gepompt.

Zo worden voedingsstoffen en zuurstof door het lichaam vervoerd en worden afvalstoffen verwijderd.

Druk op vaatwanden

Systolische druk (de bovendruk) is de druk op de vaatwanden wanneer er veel bloed door de aders stroomt. Dus wanneer het hart samentrekt of slaat.

Diastolische druk (onderdruk) is de druk wanneer het hart hierna ontspant, waardoor de druk op de vaatwanden afneemt. Dit wordt de onderdruk of diastolische druk genoemd. Deze druk noteren we in millimeter kwikdruk (mmHg).

Wat zijn normale bloeddrukwaarden?

Een veelgestelde vraag is wat normale bloeddrukwaarden zijn.

Voor een gezond persoon is een bloeddruk van 120 boven 80 (120/80) optimaal. Dit is een bovendruk van 120 mmHg en een onderdruk van 80 mmHg.

Als je iets ouder wordt stijgen de grenswaarden van de bloeddruk. Zo mag een 80-plusser een bovendruk van 150-160 hebben.

De bloeddruk is niet altijd even hoog gedurende de dag. Bij sommige activiteiten vraagt je lichaam meer voedingsstoffen en zuurstof. De bloeddruk kan dan tijdelijk hoger zijn. Bijvoorbeeld bij sport, stress of schrik. Dit hoeft echter niet te betekenen dat je een hoge bloeddruk hebt.

Wanneer je bloeddruk in rust hoger of gelijk is aan 140 boven 90, dan heb je last van hypertensie of een hoge bloeddruk.

In dit geval staat er constant een hogere druk op de vaatwanden en moet je hart meer moeite doen om bloed rond te pompen. Dit is geen gezonde situatie voor je hart en vaten.

Gevolgen langdurig hoge bloeddruk

Als de vaten voortdurend onder (hoge) druk staan kan het schade aanrichten aan je organen, zoals schade aan:

  • hartspier
  • slagaders
  • ogen
  • nieren
  • hersenen

Langdurig hypertensie beschadigt de wanden van de slagaders. Dit bevordert slagaderverkalking.

Door dit proces worden de vaten minder elastisch en de bloeddruk neemt verder toe. Er onstaat een vicieuze cirkel.

Behandelingen hypertensie

Als u primaire hypertensie hebt, bestaat de behandeling uit algemene maatregelen om uw leefstijl waar nodig aan te passen en eventueel uit medicijnen.

Bij een te hoge bloeddruk geeft je arts altijd leefstijladviezen, zoals:

  • stop met roken
  • eet gezond
  • eet zo weinig mogelijk zout
  • heb je overgewicht, val dan af
  • beweeg minimaal 30 minuten per dag
  • leer omgaan met spanning en stress

Hieronder volgt een overzicht van veelvoorkomende medicatie bij hypertensie.

Plasmiddelen

Door plasmiddelen scheiden de nieren meer zout uit dat vocht met zich meetrekt en via de urine afvoert. Hierdoor blijft er minder vocht achter in de bloedbaan, waardoor de bloeddruk daalt.

  • Thiazide-plasmiddelen. Voorbeelden zijn chloortalidon en hydrochloorthiazide.
  • Kaliumsparende plasmiddelen zorgen behalve het vocht afdrijvend (vermogen) effect ook dat er minder kalium wordt uitgescheiden via de nieren, zodat de kans op bijwerkingen op het hart minder wordt. Deze middelen worden gebruikt als de hoeveelheid kalium in uw bloed te laag is. Voorbeeld is triamtereen.
  • Thiazide-plasmiddelen in combinatie met kaliumsparende plasmiddelen. Voorbeelden zijn epitizide in combinatie met triamtereen, hydrochloorthiazide in combinatie met triamtereen en hydrochloorthiazide in combinatie met amiloride.
  • Lis-plasmiddelen. Voorbeeld is furosemide.

Bètablokkers

Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger gaat pompen en verwijden de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, betaxolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, labetalol, metoprolol, nebivolol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol.

ACE-remmers

ACE-remmers remmen de werking van het Angiotensine Converterend Enzym (ACE). Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat. Verder hebben ACE-remmers ook invloed op de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.

Angiotensine-II-blokkers

Angiotensine-II-blokkers remmen de werking van de lichaamseigen stof angiotensine-II. Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat.

Verder bevorderen angiotensine-II-blokkers de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, telmisartan en valsartan.

Calciumblokkers

Calciumblokkers verlagen de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten, waardoor de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen waardoor de bloeddruk omlaag gaat. De calciumantagonisten verapamil en diltiazem vertragen bovendien de hartslag, zodat het hart rustiger gaat pompen en de bloeddruk omlaag gaat.

Calciumblokkers worden alleen voorgeschreven als andere bloeddrukverlagende middelen niet voldoende werken of niet kunnen worden gebruikt. Voorbeelden zijn amlodipine, barnidipine, diltiazem, felodipine, isradipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine met vertraagde afgifte, nitrendipine en verapamil.

Alfablokkers

Alfablokkers maken de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Alfablokkers zijn geen eerste-keuzegeneesmiddelen vanwege bijwerkingen als duizeligheid. Ze worden alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Alfablokkers worden vaak in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt. Voorbeelden zijn doxazosine en terazosine.

Ketanserine

Ketanserine maakt de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter door de vaten stromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ketanserine wordt alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Ketanserine kan in combinatie met andere middelen worden voorgeschreven.

Vaatverwijders

Vaatverwijders verslappen de spieren in de wand van de slagaders. Hierdoor verwijden deze bloedvaten. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ze wordt altijd in combinatie met plasmiddelen en bètablokkers voorgeschreven, om zo bepaalde bijwerkingen van vaatverwijders af te zwakken. Voorbeelden zijn hydralazine en minoxidil.

Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen

Centraalwerkende bloeddrukverlagers hebben hun werking in de hersenen. Een hoge bloeddruk kan ontstaan doordat de hersenen de bloedvaten een signaal geven om te vernauwen. Te nauwe bloedvaten geven een hoge bloeddruk. Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen verhinderen dit signaal, waardoor de bloeddrukverhoging niet optreedt. Voorbeelden zijn methyldopa, moxonidine en clonidine.

Methyldopa wordt meestal alleen voorgeschreven aan zwangere vrouwen met een hoge bloeddruk, omdat is bewezen dat dit middel veilig is voor het ongeboren kind.

Aliskiren

Aliskiren vermindert de werking van renine. Deze lichaameigen stof kan bloedvaten laten vernauwen en de bloeddruk laten stijgen. Door de werking van renine te remmen, vernauwen de bloedvaten niet en kan het bloed beter doorstromen. Hierdoor daalt de bloeddruk.