Hoge bloeddruk

Hypertensie of een hoge bloeddruk is aandoening waarbij er sprake is van een te hoge bloeddruk. Een te hoge bloeddruk geeft een verhoogd risico op hart- en vaatproblemen.

De bloeddruk is de kracht waarmee het bloed tegen de wanden van de bloedvaten wordt gepompt. Als deze bloeddruk lange tijd verhoogd is, kunnen er afwijkingen aan zowel grote als kleine bloedvaten ontstaan met ernstige gevolgen.

Er worden twee vormen van hypertensie onderscheiden;

  • Primaire hypertensie; ook wel essentiële hypertensie genoemd, is de meest voorkomende vorm van hoge bloeddruk. 90-95% van de patiënten met hypertensie heeft primaire hypertensie. De oorzaak van deze vorm van hoge bloeddruk is niet bekend. De huisarts stelt deze diagnose als er geen duidelijke oorzaak voor de hoge bloeddruk kan worden aangetoond. Deze vorm van hoge bloeddruk komt in bepaalde families meer voor dan in andere.
  • Secundaire hypertensie; Als er wél een oorzaak is voor een hoge bloeddruk spreken we van secundaire hypertensie. De hoge bloeddruk is dan een gevolg van een onderliggende aandoening. Om deze oorzaak te vinden is meestal specifiek onderzoek nodig.

Oorzaken hoge bloeddruk

Bij primaire hypertensie is de oorzaak niet bekend. Echter bij patiënten met secundaire hypertensie kan de volgende oorzaken ten grondslag liggen:

  • Overmatige consumptie van drop of zoethoutthee;
  • Nierziektes of ziektes van de urinewegen;
  • Afwijkingen van de bloedvaten van de nieren;
  • Feochromocytoom: een bijnierziekte waarbij er teveel (nor)adrenaline wordt geproduceerd;
  • Hyperaldosteronisme: een bijnierziekte waarbij er teveel aldosteron wordt geproduceerd;
  • Slaapapnoesyndroom.

Symptomen hoge bloeddruk

Het gevaar bij een te hoge bloeddruk is dat de symptomen en verschijnselen vaak niet merkbaar zijn. Hierdoor is er een grote kans dat men te lang doorloopt met een hoge bloeddruk waardoor

Wat is onder- en bovendruk?

Met de bloeddruk wordt de druk bedoeld die op de wanden van bloedvaten komt, elke keer als het hart samentrekt. Het hart pompt ongeveer 60 tot 80 keer per minuut. Het bloed wordt hierbij door slagaders en aders gepompt.

Zo worden voedingsstoffen en zuurstof door het lichaam vervoerd en worden afvalstoffen verwijderd.

Druk op vaatwanden

Systolische druk (de bovendruk) is de druk op de vaatwanden wanneer er veel bloed door de aders stroomt. Dus wanneer het hart samentrekt of slaat.

Diastolische druk (onderdruk) is de druk wanneer het hart hierna ontspant, waardoor de druk op de vaatwanden afneemt. Dit wordt de onderdruk of diastolische druk genoemd. Deze druk noteren we in millimeter kwikdruk (mmHg).

Wat zijn normale bloeddrukwaarden?

Een veelgestelde vraag is wat normale bloeddrukwaarden zijn.

Voor een gezond persoon is een bloeddruk van 120 boven 80 (120/80) optimaal. Dit is een bovendruk van 120 mmHg en een onderdruk van 80 mmHg.

Als je iets ouder wordt stijgen de grenswaarden van de bloeddruk. Zo mag een 80-plusser een bovendruk van 150-160 hebben.

De bloeddruk is niet altijd even hoog gedurende de dag. Bij sommige activiteiten vraagt je lichaam meer voedingsstoffen en zuurstof. De bloeddruk kan dan tijdelijk hoger zijn. Bijvoorbeeld bij sport, stress of schrik. Dit hoeft echter niet te betekenen dat je een hoge bloeddruk hebt.

Wanneer je bloeddruk in rust hoger of gelijk is aan 140 boven 90, dan heb je last van hypertensie of een hoge bloeddruk.

In dit geval staat er constant een hogere druk op de vaatwanden en moet je hart meer moeite doen om bloed rond te pompen. Dit is geen gezonde situatie voor je hart en vaten.

Gevolgen langdurig hoge bloeddruk

Als de vaten voortdurend onder (hoge) druk staan kan het schade aanrichten aan je organen, zoals schade aan:

  • hartspier
  • slagaders
  • ogen
  • nieren
  • hersenen

Langdurig hypertensie beschadigt de wanden van de slagaders. Dit bevordert slagaderverkalking.

Door dit proces worden de vaten minder elastisch en de bloeddruk neemt verder toe. Er onstaat een vicieuze cirkel.

Behandelingen hypertensie

Als u primaire hypertensie hebt, bestaat de behandeling uit algemene maatregelen om uw leefstijl waar nodig aan te passen en eventueel uit medicijnen.

Bij een te hoge bloeddruk geeft je arts altijd leefstijladviezen, zoals:

  • stop met roken
  • eet gezond
  • eet zo weinig mogelijk zout
  • heb je overgewicht, val dan af
  • beweeg minimaal 30 minuten per dag
  • leer omgaan met spanning en stress

Hieronder volgt een overzicht van veelvoorkomende medicatie bij hypertensie.

Plasmiddelen

Door plasmiddelen scheiden de nieren meer zout uit dat vocht met zich meetrekt en via de urine afvoert. Hierdoor blijft er minder vocht achter in de bloedbaan, waardoor de bloeddruk daalt.

  • Thiazide-plasmiddelen. Voorbeelden zijn chloortalidon en hydrochloorthiazide.
  • Kaliumsparende plasmiddelen zorgen behalve het vocht afdrijvend (vermogen) effect ook dat er minder kalium wordt uitgescheiden via de nieren, zodat de kans op bijwerkingen op het hart minder wordt. Deze middelen worden gebruikt als de hoeveelheid kalium in uw bloed te laag is. Voorbeeld is triamtereen.
  • Thiazide-plasmiddelen in combinatie met kaliumsparende plasmiddelen. Voorbeelden zijn epitizide in combinatie met triamtereen, hydrochloorthiazide in combinatie met triamtereen en hydrochloorthiazide in combinatie met amiloride.
  • Lis-plasmiddelen. Voorbeeld is furosemide.

Bètablokkers

Bètablokkers vertragen de hartslag zodat het hart rustiger gaat pompen en verwijden de bloedvaten. Hierdoor daalt de bloeddruk. Voorbeelden zijn acebutolol, atenolol, betaxolol, bisoprolol, carvedilol, celiprolol, labetalol, metoprolol, nebivolol, oxprenolol, pindolol, propranolol en sotalol.

ACE-remmers

ACE-remmers remmen de werking van het Angiotensine Converterend Enzym (ACE). Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat. Verder hebben ACE-remmers ook invloed op de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn benazepril, captopril, cilazapril, enalapril, fosinopril, lisinopril, perindopril, quinapril, ramipril, trandolapril en zofenopril.

Angiotensine-II-blokkers

Angiotensine-II-blokkers remmen de werking van de lichaamseigen stof angiotensine-II. Hierdoor wordt de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten verlaagd, zodat de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen, waardoor de bloeddruk omlaag gaat.

Verder bevorderen angiotensine-II-blokkers de uitscheiding van natrium (keukenzout) met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Voorbeelden zijn candesartan, eprosartan, irbesartan, losartan, telmisartan en valsartan.

Calciumblokkers

Calciumblokkers verlagen de spanning in de spiertjes rond de bloedvaten, waardoor de bloedvaten ontspannen en wijder worden. Hierdoor kan het bloed beter doorstromen waardoor de bloeddruk omlaag gaat. De calciumantagonisten verapamil en diltiazem vertragen bovendien de hartslag, zodat het hart rustiger gaat pompen en de bloeddruk omlaag gaat.

Calciumblokkers worden alleen voorgeschreven als andere bloeddrukverlagende middelen niet voldoende werken of niet kunnen worden gebruikt. Voorbeelden zijn amlodipine, barnidipine, diltiazem, felodipine, isradipine, lacidipine, lercanidipine, nicardipine, nifedipine met vertraagde afgifte, nitrendipine en verapamil.

Alfablokkers

Alfablokkers maken de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Alfablokkers zijn geen eerste-keuzegeneesmiddelen vanwege bijwerkingen als duizeligheid. Ze worden alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Alfablokkers worden vaak in combinatie met andere bloeddrukverlagende middelen gebruikt. Voorbeelden zijn doxazosine en terazosine.

Ketanserine

Ketanserine maakt de bloedvaten wijder. Het bloed kan beter door de vaten stromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ketanserine wordt alleen voorgeschreven als andere middelen tegen hoge bloeddruk onvoldoende werken of als u deze niet mag gebruiken. Ketanserine kan in combinatie met andere middelen worden voorgeschreven.

Vaatverwijders

Vaatverwijders verslappen de spieren in de wand van de slagaders. Hierdoor verwijden deze bloedvaten. Het bloed kan beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ze wordt altijd in combinatie met plasmiddelen en bètablokkers voorgeschreven, om zo bepaalde bijwerkingen van vaatverwijders af te zwakken. Voorbeelden zijn hydralazine en minoxidil.

Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen

Centraalwerkende bloeddrukverlagers hebben hun werking in de hersenen. Een hoge bloeddruk kan ontstaan doordat de hersenen de bloedvaten een signaal geven om te vernauwen. Te nauwe bloedvaten geven een hoge bloeddruk. Centraalwerkende bloeddrukverlagende middelen verhinderen dit signaal, waardoor de bloeddrukverhoging niet optreedt. Voorbeelden zijn methyldopa, moxonidine en clonidine.

Methyldopa wordt meestal alleen voorgeschreven aan zwangere vrouwen met een hoge bloeddruk, omdat is bewezen dat dit middel veilig is voor het ongeboren kind.

Aliskiren

Aliskiren vermindert de werking van renine. Deze lichaameigen stof kan bloedvaten laten vernauwen en de bloeddruk laten stijgen. Door de werking van renine te remmen, vernauwen de bloedvaten niet en kan het bloed beter doorstromen. Hierdoor daalt de bloeddruk.

Galstenen

Galstenen zijn een veelvoorkomend probleem. Bijna 1 op de 10 personen in Nederland heeft last van galstenen zonder dat men dat soms weet.

Wat zijn nu precies galstenen en hoe kom je er vanaf?

Lees meer

Carpaal tunnel syndroom

Het carpaal tunnel syndroom (CTS) is een patroon van klachten veroorzaakt door een beknelling van de  middelste armzenuw(de  nervus medianus) in het verloop van de carpale tunnel (bij de pols).

Hierdoor kun je een pijnlijk of tintelend gevoel in je handen krijgen.

Lees meer

Reuma

reuma

reumaReuma (Reumatoïde Artritis) is een verzamelnaam voor meer dan 100 verschillende aandoeningen aan het bewegingsapparaat, die niet door een ongeval zijn ontstaan, en vaak van chronische aard zijn.

Bijna 2 miljoen in Nederland zijn bekend met deze aandoening.

Lees meer